Handreiking Waterbeheer en Cultuurhistorie

Emiel Galetzka - Hunze en Aa's - Toevalsvondst sluis/skelet

Bij het herinrichtingsproject van een deel van de middenloop van de Hunze en het omringende beek- en zijdal zijn er in de omgeving van Gieterveen een tweetal grote toevalsvondsten gedaan. Een skelet uit de vroege ijzertijd en een keersluis uit de zeventiende eeuw.

Omdat er voor het beekherstel- en natuurontwikkelingsproject bodemverstorende ingrepen gepland stonden, en de omgeving een hoge verwachte archeologische waarde heeft, is er een archeologisch vooronderzoek gedaan. Voornamelijk om onverwachte kosten en uitloop te voorkomen. Het vooronderzoek is opgedeeld in twee fases; bureauonderzoek en op geselecteerde locaties een booronderzoek.

Figuur 1 - Graafwerkzaamheden

Vooronderzoek

Fase 1: Bureauonderzoek
Het bureauonderzoek heeft geresulteerd in een gedetailleerde verwachtingskaart van het hele plangebied. Een aantal locaties zijn aangeduid als ‘hotspots’, hier is de naar aanleiding van het bureauonderzoek de verwachtingswaarde hoog. Voor locaties met een zeer hoge verwachtingswaarde is geadviseerd een booronderzoeken uit te voeren (fase 2).

Fase 2: Booronderzoek

Om in gebieden met een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde vindplaatsen vroegtijdig te ontdekken zijn er booronderzoeken gedaan. Met deze booronderzoeken zijn geen vindplaatsen aan het licht gekomen en de omgeving is vrijgegeven voor de beekherstel- en natuurontwikkelingswerkzaamheden.

Resultaat vooronderzoek

Met behulp van het vooronderzoek is er een gedetailleerde verwachtingskaart opgesteld. Deze is vervolgens vertaald in een Programma van Eisen en het projectbestek. In het bestek zijn waar mogelijk de geïdentificeerde archeologische hotspots ontweken, zodat deze gebieden vrij zijn gebleven van bodemverstorende ingrepen. Waar dit niet mogelijk was, is gewerkt onder begeleiding van een archeoloog.

Maar toch…

Tijdens de werkzaamheden kwam er bij toeval een keersluis boven water. Deze vondsten zijn gemeld bij het bevoegd gezag. In het geval van de sluis is het werk stilgelegd en is de sluis, onder begeleiding van archeologen, in situ blootgelegd en gedocumenteerd conform de KNA. De balken zijn vervolgens verwijderd en het project is verder doorgezet. De resten (balken) zijn deels tentoongesteld in het dorpshuis van Gieterveen. Er zijn plannen om het opgegraven hout te bewerken. Daarnaast is de publiciteit opgezocht en zijn er enkele excursies geweest voor geïnteresseerden ten tijde van de opgravingen.


Figuur 2 - Uitgraven keersluis

In hetzelfde project is een skelet uit de vroege ijzertijd blootgelegd, ook een toevalsvondst. Ook hier zijn de werkzaamheden gestopt op locatie, zijn de resten door archeologen gemeld bij het bevoegd gezag en later verder gedocumenteerd.


Figuur 3 - Gevonden menselijke resten

Door de vondsten zijn er aanzienlijke onvoorziene kosten opgetreden door de extra uren en extra begeleiding van de archeologen.
Naast deze twee grote vondsten zijn er ook talrijke kleine archeologische vondsten gedaan. Door het grondige vooronderzoeken de archeologische begeleiding en hebben deze geen onvoorziene kosten tot gevolg gehad.

Conclusie

Er zijn geen gaten gevallen in de voorgaande protocollen en in andere gevallen lijkt het vooronderzoek voldoende te werken. Er zijn geen veranderingen in de aanpak doorgevoerd naar aanleiding van deze vondsten, het zijn echte toevalsvondsten geweest.